zondag 25 oktober 2015

Update 23-10-2015 Aan het werk van Sergei Prokofieff scheiden zich de geesten



Update 23-10-2015

Robert Jan Kelder meent zowel het werk van Valentin Tomberg als dat van Judith von Halle als alternatief voor de antroposofie van Rudolf Steiner te kunnen propageren.


Aan het werk van Sergei Prokofieff scheiden zich de geesten –Alleen een door Ton Jansen voorgestelde geestesstrijd kan hier verandering in brengen!


Ton Jansen, de uitgever in Nederland van het werk van Prokofieff, deed zijn voorstel voor een “open en bloot gevoerde geestesstrijd” in een lezersbrief in Motief van april jl. onder de titel “Judith van Halle” n.a.v. een opmerking van voorzitter Jaap Symons dat deze bij de ledenvergadering op 24 oktober “niet bij strijdpunten over Prokofieff stil wil blijven staan.” Voor Jansen is blijkbaar de uitkomst van een dergelijk “niet persoonlijk, maar inhoudelijk gesprek” echter al een uitgemaakte zaak; hij stelt immers in zijn brief vast dat “het probleem niet bij Prokofieff ligt” maar bij Judith van Halle. “Verspreidt zij niet onder de vlag van de antroposofie denkbeelden, die op gespannen voet staan met zowel de antroposofie als de evangeliën?” vraagt hij zich retorisch af.

................................................................................................................................

Tot slot kan geconcludeerd worden dat, als inderdaad het werk van Prokofieff dat van een gevaarlijke patholoog is, dan verkeert de Vereniging, die dat werk over het algemeen enthousiast zonder meer heeft binnengehaald en waarvan het bestuur de auteur ervan in 2001 zelfs tot bestuurslid heeft benoemd, niet minder in een pathologische toestand en vormt zij dus een gevaar voor zichzelf.



Bron

Een commentaar van webauteur luidt aldus:

Het is maar een kleine stap van Tomberg naar Judith von Halle. Duidelijk is dat er krachten aan het werk zijn die de antroposofie willen scheiden van de naam en intenties van Rudolf Steiner en vervolgens een soort schijnantroposofie willen voortzetten enerzijds onder katholieke Jezuïtische inspiraties en anderzijds in het kamp van de stigmatafans willen trekken. Prokofieff wordt door deze krachten als een sta in de weg voor hun aspiraties gezien, vandaar dat er allerlei pijlen op hem gericht worden door naive volgelingen van bovengenoemde krachten. Het is een geluk dat dhr. Kelder door een overgroot deel der verenigingsleden niet meer serieus genomen kan worden. Maar helaas getuigd het huidige bestuur ook niet de moed te hebben om actief stelling daartegen te nemen.