Update 2 november 2012.
Ik ga in het blog zelf maar in op het artikel dat Rob Gruben heeft ingestuurd.
Daar er tot nu toe niemand in de reactiestrook onderaan deze tekst gereageerd heeft... en ik kan zien dat een heel aantal mensen in ieder geval deze hoofdpagina in het blog een keer geopend hebben (pageview: of ze het gelezen hebben weet ik niet, dus het kan ook zijn dat mensen via zoekmachines en louter nieuwsgierigheid alleen maar op de naam Judith van Halle terecht gekomen zijn.).
Het artikel van Gruben gaat over het zo belangrijke thema van de spirituele economie zoals hij dat interpreteert. We kunnen op heel verschillende manieren omgaan met de kennis die we vanuit de antroposofie kunnen krijgen over deze door Steiner uitvoerig beschreven spirituele economie.GA 109/111
We kunnen bijvoorbeeld kijken hoe Judith von Halle daarmee omgaat en als we ons verdiepen in wat ze zegt over Johannes Zebedeus en zijn vermeende aandeel aan de inwijding van Lazarus-Johannes dan is dat een manier. Een andere manier is om te kijken hoe in het leven (en haar wezensdelen mn ivm stigmata) van Judith von Halle zelf deze economie plaatsgevonden zou kunnen hebben.
Uiteindelijk zal er een artikel ontstaan waarin beide manieren ter hand genomen worden. Maar voordien is het goed als diverse mensen hun gedachten hierover kunnen uiten.
In het genoemde artikel van Rob Gruben wil ik nu die passages halen die specifiek met Judith von Halle te maken hebben.
RG: Een ander voorbeeld is Lazarus, die tijdens zijn schijndood een ander etherlichaam kreeg ingeweven. De indruk die dit nieuwe etherlichaam op Lazarus maakte was zowel letterlijk als figuurlijk zo groot, dat toen Christus hem met de woorden `Lazarus, kom uit' terug de aardse realiteit in riep, Lazarus zijn naam wijzigde in Johannes, zijnde de naam van de oorspronkelijke drager van zijn nieuw ingeweven etherlichaam. De extra levenskrachten die dit etherlichaam Lazarus-Johannes brachten, kwamen bovendien tot uiting in de hoge leeftijd van bijna 100 jaar die Johannes de Evangelist - want dat is dezelfde als de herboren Lazarus - nabij Efese bereikte. De invoeging of inweving van het vreemde etherlichaam maakte op Lazarus dus zo'n enorme indruk, dat hij niet anders kon dan zelfs zijn eigen naam daarop aanpassen. Het is een bewustzijnsverandering van het Ik, die enkel kan plaatsvinden als de invoeging van het wezensvreemde ether- of astraallichaam plaatsvindt wanneer de mens al de volwassen leeftijd heeft bereikt.
Mag ik er vanuit gaan dat je je wat betreft het etherlichaam hier baseert op uitspraken van JvH? Want onder bij Steiner vind ik daarvan imho niets terug van een inweving van een vreemd etherlichaam. Of is er reden voor jou om aan te nemen dat Steiner dat wel bedoeld heeft of zou hebben kunnen?
GA 238 Ergänzende Bemerkungen zum Inhalt der Ansprache vom 28. September 1924 (letzte Ansprache)
RS: Bei der Auferweckung des Lazarus sei von oben her bis zur Bewußtseinsseele die geistige Wesenheit Johannes des Täufers, der ja seit seinem Tode der die Jüngerschar überschattende Geist gewesen sei, in den vorherigen Lazarus eingedrungen und von unten her die Wesenheit des Lazarus, so daß die beiden sich durchdrangen. Das ist dann nach der Auferweckung des Lazarus Johannes, der «Jünger, den der Herr lieb hatte». (Vergleiche dazu auch den 6. Vortrag von «Das Markus-Evangelium», wo Elias als die Gruppenseele der Apostel geschildert wird.)Nach Frau Dr. M. Kirchner-Bockholt gab Rudolf Steiner Frau Dr. Ita Wegman dazu noch die weitere Erklärung: «Lazarus konnte aus den Erdenkräften heraus sich in dieser Zeit nur voll entwickeln bis zur Gemüts- und Verstandesseele; das Mysterium von Golgatha findet statt im vierten nachatlantischen Zeitraum, und in dieser Zeit wurde entwickelt die Verstandes- oder Gemütsseele. Daher mußte ihm von einer anderen kosmischen Wesenheit von der Bewußtseinsseele aufwärts Manas, Buddhi und Atma verliehen werden. Damit stand vor dem Christus ein Mensch, der von den Erdentiefen bis in die höchsten Himmelshöhen reichte, der in Vollkommenheit den physischen Leib durch alle Glieder bis zu den Geistesgliedern Manas, Buddhi, Atma in sich trug, die erst in ferner Zukunft von allen Menschen entwickelt werden können.» (Nachrichtenblatt 40. Jahrg., Nr. 48, vom 1. Dezember 1963).
Bij Lazarus wordt gesproken van de gemoeds-verstandsziel als door Lazarus zelf hoogste ontwikkelde wezensdelen. Dit is al een omgewerkt etherlichaam. Dit is m.i. moeilijk te rijmen met een (extern) etherlichaam wat afkomstig zou zijn van Johannes Zebedeus. Buiten nog het feit dat het herinneringsvermogen in het etherlichaam gelokaliseerd is. Lazarus-Johannes zou dan geen herinneringen hebben van Lazarus zoals deze ze had voor de inwijding. Judith stelt echter dat het etherlichaam van Lazarus geheel opgelost is in de etherkosmos en daarmee ook de herinneringen..Ze heeft het ook over een echte dood van het fysieke lichaam en niet over een inwijdingsslaap, waar Steiner het wel over heeft.
JvH ..dass der physische Leib des Lazarus in den Tod geht und demzufolge auch der Aetherleib verschwindet, sich in die geistigen Sphaeren einschreibt...
RS :Der provisorisch umgewandelte Ätherleib ist die Verstandesseele auf dem physischenPlan. Also die Verstandesseele haben wir zunächst im gegenwärtigen Menschheitszyklus lokalisiert im Ätherleib, das heißt, daß sie sich der ätherischen Bewegungen bedient. Die Inspirationsseele ist die umgewandelte Verstandesseele. 145.180f
RS: Man kann die Verstandesseele weil sie an der Ich-Natur Teil hat,weil sie in einer gewissen Beziehung schon das «Ich» ist, das sich in seiner Geistwesenheitnur noch nicht bewußt ist, als «Ich» schlechtweg bezeichnen. 13.77
Verder lijkt het Rob dat je de naam die Lazarus zichzelf geeft na de inwijding of deze naam ontleend zou zijn aan Johannes Zebedeus?
RG: zijnde de naam van de oorspronkelijke drager van zijn nieuw ingeweven etherlichaam
Maar Steiner zegt:
RS: Johannes heißen alle, die erweckt sind. Das ist ein Gattungsname,und die Auferweckung des Lazarus im Johannes-Evangelium ist nichts anderes als die Beschreibung dieser Erweckung. Der Schreiber des Johannes-Evangeliums nennt sich nie anders als «der Jünger, den der Herr lieb hat». Das ist die Bezeichnung für die intimsten Schüler, für diejenigen, bei denen es dem Lehrer und Meister gelungen ist, den Jünger zu erwecken. Die Beschreibung einer solchen Erweckung gibt der Verfasser des Johannes-Evangeliums in der Auferweckung des Lazarus. 94.245
Verder:
RG: Terzijde zij opgemerkt dat Judith von Halle in haar boek Vom Mysterium des Lazarus und der drei Johannes opmerkt dat het nieuwe etherlichaam van Lazarus uit het niets ook een nieuw stoflichaam zou hebben opgebouwd. Vanuit de geesteswetenschap beschouwd is dat onhoudbaar. Zij gaat daarmee immers voorbij aan het feit dat de mens juist zélf en op aarde de bestaande materie moet verheerlijken, hetgeen Christus ons als eerste toonde! Onbedoeld bewijst de gestigmatiseerde Von Halle daarmee dat het hebben van een afbeeldsel van het etherlichaam van de Christus – want dat veroorzaakt bij haar het schouwen en de wondtekenen – niet kan voorkomen dat het eigen Ik vergissingen begaat. En laat hier vooral benadrukt zijn dat zulk een vergissing helemaal los staat van de geweldige betekenis die Von Halle in haar zuiverheid en ware openbaringen voor de moderne geesteswetenschap heeft.
Over de onhoudbaarheid van deze stelling vanuit de geesteswetenschap zou ik op zich geen vraag hebben. Maar ik begrijp nog niet helemaal wat er bedoeld wordt met de materie verheerlijken. Misschien kun je dat nader verklaren?
Wat ik ook niet begrijp is dat je stelt dat Judith zelf een afbeeldsel van het etherlichaam van het door Christus bewerkte etherlichaam van Jezus van Nazareth zou kunnen hebben en dat dat verantwoordelijk is voor het schouwen en de wondtekenen.
De gestigmatiseerden in de geschiedenis zoals Steiner deze beschrijft hadden wel het astraal- maar niet het etherafdruklichaam ingeweven gekregen. Zoals Frans von Assissi. Bij Augustinus was sprake van een afdruk van het etherlichaam, maar niet van stigmata. (zie ook tekst update 3 november boven)
Zoals ik hier in diverse citaten (onder nog even herhaald) al heb laten zien, was het inderdaad zo vlgs. Steiner, naast het ontvangen van deze wezensdelen, dat het –ik- van deze mensen veel minder wijs was als de genoemde ingeweven wezensdelen en daardoor ook niet vrij waren van fouten in de geestelijke waarneming. Als Judith zich kan vergissen wb het in zeer korte tijd scheppen van een geheel nieuw fysiek lichaam,. Kan ze zich toch net zo goed ook vergissen in het feit of er een extern etherlichaam van Zebedeus bij de inwijding van Lazarus betrokken was?. Dat is dan niet eens een etherlichaam (als abbild) van Christus maar van een mens die volgens Steiner niet behoorde bij de 12 apostelen die de dierenriem vertegenwoordigen. (zie betreffende citaat).
Als dus duidelijk is, dat het hebben van stigmata geen enkele garantie is voor onfeilbaarheid op geesteswetenschappelijk gebied, immers het –ik- is nog onderhevig aan vergissingen en zelfs volgens Steiner in staat om het materialisme op een bepaalde manier te bevorderen, kan er dan nog wel van zuiverheid en ware openbaringen gesproken worden?
RS: Zu Franz von Assisi (1182-1226): „Wenn wir uns fragen: Wer war denn eigentlich der erste richtige Materialist, der dem Materialismus den allerersten Anstoß gegeben hat, dann bekommen wir, wenn wir die Geschichte von einem etwas höheren Gesichtspunkte aus betrachten, eine Antwort, die ganz gewiss dem heutigen Menschen selbstverständlich paradox klingen wird, aber ... voll berechtigt ist; wir bekommen die Antwort, dass der erste, der seelisch das materielle Fühlen einleitete, der Heilige Franz von Assisi ist.“
RS:Auf die Frage: Ist der in den drei ersten Evangelien genannte JüngerJohannes derselbe wie Lazarus? gab Rudolf Steiner die Antwort: Der Verfasser des Johannes-Evangeliums ist Lazarus. Johannes heißt er nur so wie viele Menschen seiner Zeit. Was heißt damals Johannes! Frage: Ist Lazarus derselbe, der der Sohn des Zebedäus genannt wird? Gegenfrage: Gehörten denn die Söhne des Zebedäus überhaupt in den engsten Kreis der Zwölf? In den Sternenkreis, in dem der Christus sein Wesen gespiegelt sah? Das muß eine Verwechslung sein,wenn das in den Evangelien steht. Verwechslungen dürfen uns dagar nicht wundernehmen, denn die Apostel konnten ja sogar unter den damals waltenden ganz anderen seelischen Gesetzen ihre Leiber austauschen. Die drei Jünger in Gethsemane waren jedenfalls zu dem engsten Zwölferkreise gehörig und Lazarus gehörte demselben auch an.(Überliefert aus Gesprächen der Christengemeinschaftspfarrer W. Klein und Emil Bock mit Rudolf Steiner im Februar 1924)
Tot zover
20-02-2011 Enkele citaten Steiner ivm thema stigmata en spirituele economie
oa over Johannes Zebedeus en spirituele economie
In dit verband is het artikel van Mieke Mosmuller ook verhelderend.
http://www.holger-niederhausen.de/index.php?id=591
en als archiefstuk
http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2010/01/die-frage-nach-wundern-und-solchen-die.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten