Update 25-05-2013
Iemand stuurde me deze reactie:
Je wees er eerder in je blog op (Update 11-02-2013) dat JvH haar middelbare school heeft gevolgd aan het Canisius college in Berlijn. Een bekende jezuïeten school. Nu zegt dit mogelijk an sich nog niet zo veel.
Echter, bij wat nadere beschouwing van het curriculum blijkt dat de leerlingen in de 9e en 10e klas werken met de spirituele excercitien van Ignatius van Loyola. Dit worden in het curriculum Oasen genoemd (zie onderaan) Zoals bekend, zijn dit de basisoefeningen tot het worden van een Jezuïet. Deze inwijdingsweg waarvan de de oefeningen volgens Rudolf Steiner gebaseerd zijn op occulte inzichten wordt door Steiner tegenover de christelijke-Rosenkruiser/moderne antroposofische, geplaatst. Dit door het oneigenlijk direct inwerken op de wil via o.a. het gebruik van krachtige imaginaties, in plaats een inwijdingsweg die zich richt tot het denken. Zie onder andere Steiner's von Jesus zu Christus (GA 131). Natuurlijk moeten we met zekerheid vaststellen dat JvH de excercitien als onderdeel van het lesprogramma tijdens haar schooltijd aan Canisius heeft gedaan.* Maar als dit het geval blijkt te zijn, en JvH zou daarover zelf het beste uitsluitsel kunnen geven, dan doet zich vragen of JvH hierdoor niet al te sterk gehinderd is om de afie te vertegenwoordigen? En dan rijst tevens de vraag of we in de excercitien misschien de oorzaak moeten zoeken van haar helderziendheid/verschijnselen. Ik begreep van iemand dat Steiner de excercities tevens in verbinding heeft gebracht met een ongezonde vorm van helderziendheid. Nu heb ik de bewuste passage/voordracht nog niet kunnen vinden. Maar dit klinkt mij als een plausibele verklaring voor von Halle's helderziendheid. Maar ook los van de vraag van de excercitien, kunnen we uit Steiner's opmerkingen opmaken dat de jezuïeten paters direct op de wil van leerlingen (kunnen) inwerken. Deze werking stopt niet bij het voltooien van het eindexamen...
En ook daarom moeten we ons serieus de vraag stellen naar de concrete verbinding tussen "JvH" en deze stroming binnen het katholicisme.
Mijn reactie daarop:
In een officieel rapport staat (ook hier):
Judith von Halle (JvH) (geb. 1972) wurde in eine jüdische Familie hineingeboren. Auf
eigenen Wunsch besuchte sie ein christliches Gymnasium: das Canisius-Colleg in Berlin.
Anschließend studierte sie Architektur in Berlin und den USA. Die Diplom-Ingenieurin lernte über den Architektur-Professor Carl-August von Halle, ihren späteren Ehemann, die Anthroposophie kennen. Geistige Wahrnehmungen, die sie von Kindheit an hatte, aber wegen Unverständnis der Mitmenschen verschwieg, konnte sie nun offen ansprechen und durch das von Rudolf Steiner gelegte Fundament geisteswissenschaftlich vertiefen und begründen.
Hieruit begrijp ik (kindheit) dat ze al voor de 9e en 10e klas het zogenaamde geestelijke waarnemingsvermogen had.
Abschlussbericht blz. 32:
Von Kindheit an ist Judith von Halle die Fähigkeit eigen, mit Bewusstsein in beiden Welten zu leben; in der
Welt des gewöhnlichen Tagesbewusstseins, sowie in derjenigen, die Rudolf Steiner als die geistige Welt
bezeichnet.
Desondanks was het haar eigen keus om naar deze jezuïetenschool te gaan.(in het citaat boven staat dan wel -christliches- maar het is katholiek en door jezuïeten geleid). (*1) zie onder)
Ik neem aan dat je met een dergelijk vermogen in ieder geval zou hebben moeten kunnen schouwen waar het in zo'n school om gaat. Het is speculeren of ze daarvan pas later iets geschouwd heeft of dat dat juist de reden was dat ze deze school wilde bezoeken.Het kan natuurlijk ook zo uitgelegd worden dat ze vrijwillig het hol der leeuw wilde bezoeken. Zoals Steiner ook aangaf je in de huid van de draak verplaatsen. Anderzijds als dat niet het geval zou zijn geweest, had ze voortijdig deze school kunnen verlaten. Het kan echter inderdaad zo zijn, dat haar schouwvermogen sterk mede gevormd is door de soort onderwijs die ze daar kreeg.
Jezuïeten stellen Jezus voor de Christus. Dus de benadrukking als Jezus de man der smarten, zou daar heel goed mee kunnen samenhangen. (film Mel Gibson) Eerder heb ik geschreven dat ze het oorspronkelijk ook helemaal niet als haar taak zag over de etherische Christus te spreken, maar haar aanhangers hebben misschien aandrang uitgeoefend om dat toch te doen. (zie update: 13-12-2012 en 22-04-2013)
Hoe dan ook, de paters aldaar zullen zeer opmerkzaam vervolgd hebben hoe het hun scholiere later vergaan is, toen ze uit de media vernemen konden, dat een voormalige scholiere over de stigmata zou beschikken, bovendien nog zonder voedsel zou kunnen leven. Binnen de katholieke kerk geen ongewoon verschijnsel.
En inderdaad een andere mogelijkheid is, dat deze paters jezuïeten mede verantwoordelijkheid dragen voor het feit dat er nu binnen het verband van de antroposofische vereniging een splijting dreigt. In een artikel gewijd aan de nieuwe paus die ook jezuiet is wordt aangehaald hoe Steiner over jezuïeten als de ingewijden van de katholieke kerk dacht.
Men kan het Jezus-element overdrijven, doordat men Jezus tot een koning van deze wereld maakt, doordat men hem tot datgene maakt, wat hij geworden was, wanneer hij de verzoeker (red. in de woestijn) niet weerstaan had, die hem “alle rijken van de wereld en hun heerlijkheden” wilde geven. Dan had Jezus van Nazareth een koning moeten worden, die in tegenstelling tot andere koningen, die allen slechts een stuk van de aarde bezitten, dan de gehele aarde tot zijn werkbereik zou hebben GA131 , 5. Oktober 1911 Von Jesus zu Christus
Tot slot, het schoolprogramma van het Canisius college in Berlijn
In het eerder genoemde Abschlussbericht staat het volgende blz. 31 :
„[PT:] Kurze VitaJudith von Halle, geborene Behrend, wurde 1972 in Berlin in einer jüdischen Familie geboren. Als Schülerinlebte sie längere Zeit in Tel Aviv / Jerusalem und Houston (Texas). In Berlin genoss sie einehumanistischeSchulbildung.
. (*1) Het is merkwaardig dat de school in Berlijn hier humanistisch ipv Christelijk (jezuietisch) genoemd wordt.
Exerzitien oder geistliche Übungen für Schüler/Innen
Ignatius von Loyola, der Gründer des Jesuitenordens, hatte in seinem Leben die Erfahrung gemacht, dass GOTT – wiewohl ER eben der unbegreiflich Große, ganz Andere ist – in jedem Menschen unmittelbar wirkt. Auf dieses Wirken GOTTES aber reagiert die Seele. GOTT „spricht“ also durch die Bewegungen der Seele, durch Freude und Trauer, durch Ruhe und Unruhe, durch Frieden oder Aufwühlung … Es gibt aber auch die Bewegungen der Seele, die Gottes Wirken zu blockieren versuchen: Der „böse Geist“ kann viele Wurzeln haben, Angst, alte Wunden ... All das geschieht meist wie beim Atmen unbewusst. Aber der Mensch kann in Übungen lernen, die Regungen der Seele bewusster wahrzunehmen und zu unterscheiden, was GOTT in mein Leben spricht. Da GOTT der Schöpfer ist, zeigt sich sein Wirken immer in Bewegungen, die für den Menschen ein mehr an Leben, an Authentizität, an Ich-Stärke, an Offenheit für andere Menschen, an Reflexionskraft und Beziehungsfähigkeit bedeuten. Es geht also um eine Art des Übens, in der Persönlichkeitsreifung, soziales Lernen und die reflexive Wahrnehmung des Handelns GOTTES in meinem Leben.Wir bieten in drei Jahrgängen „Oasen“, eine Art Grundalphabetisierung und erste „geistliche Übungen“ für Klassen an, wobei die Teilnahme grundsätzlich freiwillig ist, da „Üben“ im Bereich der Persönlichkeitsreflexion eigentlich nur auf der Basis der Freiwilligkeit funktionieren kann:In der siebten Klasse liegt der Schwerpunkt auf der Selbstwahrnehmung im Spiegel und im Spiel mit den anderen (am Beispiel der eigenen Klasse); Feedback geben und annehmen; „Ich“ im Ganzen der Klasse; „Ich“ zwischen Wunschrolle und Realität; GOTT sagt ja zu „mir“.In der achten Klasse liegt der Schwerpunkt auf dem Aspekt „Verantwortung übernehmen, für sich und für andere“; Intimität wahrnehmen und schützen; Wo liegen „meine“ empfindsamen Seiten und wie kann „ich mich“ schützen vor Abhängigkeiten oder Süchten; GOTT will „mich“ als freies Ebenbild, als Mitstreiter/In für seine Schöpfung.In der neunten Klasse ist das Thema der Oase „Wie ich mir mein Leben als junger Mann/als junge Frau vorstelle“; „Meine“ Stärken; Was gibt „mir“ Energie, wo investiere „ich“ Energie, „mein“ Traum von Partnerschaft. Gibt es vielleicht eine erste Idee, was der Ruf Gottes für „mein“ Leben ist?Vor dem Abitur, an der Schwelle zu den ersten Weichenstellungen, die Schülerinnen und Schüler für sich selbst entscheiden müssen, können Sie auf einer Oase Rückblick halten auf das, was in Familie und Schule bei ihnen grundgelegt wurde. Sie können können für sich und ein letztes Mal gemeinsam Erwartungen klären und sich dabei gegenseitig helfen. Und es geht um Zukunftsängste, Zukunftsträume und die Frage, welche Rolle GOTT in all dem spielen soll und darf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten